Auteur: Mirte Dophemont
In het midden de grote toren, ik noem het de verrekijker, het grote dreigende gebouw dat alles lijkt te zien. Ik weet niet wie er naar me kijkt, maar altijd voel ik ogen in mijn rug prikken. Alsof er een loep staat op alles wat ik doe. Een keurende blik die ziet hoe ik naar de hoek van de kamer loop, mijn handen was, een flesje water pak en op mijn stoel ga zitten. Die me bekijkt op elk gedeelte van de dag, terwijl ik hier zit in mijn cel. Vanbinnen kan ik niet zien wie er van buiten naar me kijkt, wie er in de toren zit. De gedachte dat er ieder moment iemand kan zitten maakt me zo verschrikkelijk bewust van mezelf. Het maakt me vergeten hoe ik me zou gedragen zonder de verrekijker op mij gericht.
Dat was de ideale gevangenis volgens Jeremy Bentham, het Panopticum, letterlijk betekent dat alziend. Jeremy Bentham zag het voor zich als een koepelvormige gevangenis met cellen naast en boven elkaar en in het midden een grote toren. Voor iemand in zo’n cel is het onmogelijk om te zien of iemand hem via de toren in de gaten houdt. Er hoeft niet daadwerkelijk iemand te zitten. Het idee dat de gevangene elk moment bekeken kan worden zou er al voor zorgen dat hij zich goed gedraagt. Zo kost het bewaken weinig moeite, maar is er toch een optimaal effect.
Michel Foucault past de theorie van Bentham toe op de moderne samenleving. In Nederland hangen meer dan tweehonderdduizend camera’s in de publieke ruimte. Op de hoek van de straat, bij de ingang van een gebouw of bij de voordeur van iemands huis. Ongezien kun je bekeken worden. Natuurlijk is er niet altijd iemand die naar de beelden aan het kijken is, maar de mogelijkheid is er wel. Een grote toren met geblindeerde ramen is er niet voor nodig, een kleine onopvallende lens is al genoeg. De ´toren` een stuk kleiner, maar het aantal gevangenen een stuk groter. Zo betrekt Michel Foucault het Panopticum op de gehele samenleving.
Heb je ooit al eens gedacht hoe het zou zijn om s’ avonds in te breken in een zwembad? Over het grasveld te rennen en een duik te nemen in het frisse water. Wat als je alles zou kunnen doen zonder dat er iemand is die het controleert. Bij winkels naar buiten lopen zonder te betalen. Te snel rijden en niets dat je in de weg staat. Stel dat onze toezichthoudende hulpjes niet zouden bestaan. Dan zouden alle criminelen makkelijk los op straat kunnen lopen, terwijl hun gezicht niet gezocht wordt. Wat een chaos zou het zijn. Gelukkig hebben we bewakingscamera’s om de bevolking een beetje in toom te houden. Als je weet dat je op beeld staat gedraag je je immers voorbeeldiger dan normaal. Maar hoe normaal is het om continu gadegeslagen te kunnen worden? Het is inderdaad een stuk veiliger, maar tegelijkertijd wordt je vrijheid steeds verder vernauwd.
Bronnen:
https://hetccv.nl/onderwerpen/cameratoezicht/documenten/hoeveel-cameras-hangen-er-in-nederland/#:~:text=In%20Nederland%20zijn%20er%20zeker%20204.441%20camera%27s%20in,het%20openbaar%20vervoer%20en%20door%20bedrijven%20en%20particulieren.
https://mens-en-samenleving.infonu.nl/filosofie/124997-leven-in-een-panopticum.html