Auteur: Joëlle Schuurman (Jonge Denker, 2017-2018)
De eerste geschiedenisles van de middelbare school. Het allereerste onderwerp: de prehistorie. Een tijdperk waarin de mens nog niet zo ver ontwikkeld was als de mens van nu. Een tijdperk waarin de mens meer op dieren leek dan de mens van nu. Niet alleen qua uiterlijk – zoals het rechtop lopen waarmee wij ons later zouden onderscheiden, maar ook en vooral qua levenswijze. Deze mensen zijn in de geschiedenisboeken genoemd naar waar ze zich mee bezighielden: jagen en verzamelen. Ze vertrouwden voor een volle honderd procent op hun zintuigen en konden zo op tijd reageren op gevaar.
Het rudiment van de prehistorische mens
De prehistorie is eeuwen geleden, maar toch is dit stukje mens in de mens van nu nog terug te vinden. We kunnen als geen ander op direct gevaar reageren. Maar in de toekomst kijken vinden we lastig. Beter gezegd, handelen naar toekomstige gebeurtenissen vinden we lastig. We kunnen namelijk best inzien dat ons klimaatprobleem in de toekomst grote gevolgen zal hebben. Die gevolgen worden langzamerhand duidelijker, maar er ook daadwerkelijk naar handelen doen we niet. De waarschuwingen van deskundigen, die ons al jaren duidelijk proberen te maken dat wereldwijd kuststeden zullen overstromen en delen van bijvoorbeeld Afrika onleefbaar zullen worden door de opwarming van de aarde, proberen we zoveel mogelijk te ontwijken. Door het probleem een wereldwijd probleem te noemen hopen we dat andere landen het op zullen lossen. Door het probleem een probleem voor volgende generaties te noemen hopen we dat we er zelf geen rekening mee zullen hoeven houden. Door het probleem aan anderen toe te wijzen hopen we dat we er zelf mee weg kunnen komen.
Zo werkt het natuurlijk niet. Ook Nederland heeft de klimaatakkoorden van Parijs in 2015 ondertekend en ook Nederland zal hard moeten werken om de hoeveelheid broeikasgassen met 40 procent te verminderen. Wanneer we over een aantal jaar, in 2030, onze broeikasgassen met die van 1990 vergelijken willen we dat die met 40 procent zijn verminderd, maar we willen er eigenlijk niks voor doen. Laat de politici maar maatregelen nemen, dan komt het vast wel goed. Maar hoe komt dat nou eigenlijk dat we zo weinig actie ondernemen om onze planeet te redden? Is dit puur toe te wijzen op onze natuur, op het stukje van de prehistorische mens in ons, die zich alleen richt op direct gevaar? Of moeten we toch eens goed in de spiegel kijken en ligt de oorzaak wellicht in onze idealen, onze mentaliteit, onze identiteit? En wat zouden we tegenkomen, wanneer we bij onszelf naar binnen kijken en echt nagaan waarom we niet in actie komen?
Drie excuses geven oproep tot zelfreflectie
Eén van de eerste dingen die we zullen tegenkomen is ons masker van machteloosheid. We kunnen in ons eentje toch nooit het verschil maken? Dus dat half uur dat we onder de douche staan, dat zal toch nooit het verschil maken? De lichten die we de hele dag aan hebben staan omdat we vergeten zijn ze uit te doen, die zullen toch nooit het verschil maken? De grote bedrijven, de grootste luchtvervuilers, de grootste milieucriminelen die er zijn, zij zouden zichzelf eens goed moeten bekijken. Toch? Zij en niet wij. Dat is hoe we het graag omschrijven.
Daarnaast is het gemakkelijk om het probleem door te schuiven naar de volgende generaties. Het is niet urgent genoeg, we zullen er zelf nog geen directe gevolgen van ervaren, dus is het niet per se nodig om er iets aan te doen. Ja onze kinderen, die zullen de milieuvervuilers moeten aanpakken. Onze kinderen zullen bij alles wat ze doen rekening houden met het milieu, want voor hen is het echt nodig. En wij kunnen er niets aan doen dat we zo denken want onze prehistorische voorouders zitten echt nog wel ergens diep in ons. Directe gevaren, daar moeten we ons op richten. De oplossing voor het klimaatprobleem komt later wel.
Sommigen van ons vinden nog iets heel anders wanneer zij goed in de spiegel kijken. Met een hard woord: ontkenning. Sommigen van ons vinden namelijk dat zij kunnen bewijzen dat deze veranderingen natuurlijk zijn. Er zijn al eeuwen schommelingen in de temperatuur, de gemiddelde temperatuur van de aarde beweegt zich in een conjunctuur en we gaan nu weer richting een top. Dus dan kunnen we er helemaal niets aan doen. Het proces wat nu gaande is, is een volkomen natuurlijk fenomeen. Dus wij als nietig mensje kunnen daar dan niets aan doen. En wij hoeven daar dan ook niets aan te doen. Wij als nietig mensje mogen daar zelfs niets aan doen, want het is natuurlijk, het hoort nu eenmaal zo.
Voorbij het masker van machteloosheid
En voilà, drie excuses waar wij ons achter verschuilen. Genoeg redenen om niet zelf actie te ondernemen toch? Laten we alle drie nog eens goed bekijken. Laten we eens kijken of we hier iets uit kunnen halen waardoor we onszelf kunnen motiveren om niet alleen in de spiegel te kijken, maar ook om hier tegen af te zetten en onze planeet te redden.
Zij en niet wij. Dat was het allereerste excuus. Mij is altijd geleerd: begin bij jezelf. Waarom zou dat hier niet gelden? Ook de grote bedrijven en de politieke organen bestaan uit mensen. We kunnen ons amper voorstellen wat voor verandering we teweegbrengen als al die mensen bij henzelf beginnen, hun afval beter scheiden en meer op hun energieverbruik letten. Als het grootste deel van ons mensen ervoor weet te zorgen dat zij hun masker van machteloosheid afzetten en toe durven te geven dat zij wel degelijk verschil kunnen maken, dan komen we een heel eind. Dan kunnen we de afspraken van Parijs nakomen.
Directe actie in plaats van gemakzucht
Het tweede excuus was het feit dat het klimaatprobleem geen direct probleem is. Het is een probleem voor latere generaties. Maar we vertellen onszelf niet de volledige waarheid wanneer we op deze manier denken. Want het feit dat het een indirect probleem is, betekent ook dat de oplossing indirect is. Wanneer we pas beginnen met een oplossing als we de gevolgen van het probleem kunnen waarnemen zijn we simpelweg te laat. Wanneer onze kuststeden overstromen is het te laat om te beginnen met korter douchen. Wanneer Afrika te warm wordt om te leven is het te laat om te beginnen met letten op ons energieverbruik. We mogen onszelf niet voorliegen door te zeggen dat toekomstige generaties de oplossing zullen moeten verzinnen.
Om ons te richten op indirecte problemen
En tot slot het argument van de conjunctuur. Er zijn zowel wetenschappers die verdedigen dat de conjunctuur van de temperatuur natuurlijk is, als wetenschappers die verdedigen dat de top van de conjunctuur nu veel hoger is dan dat het zou moeten zijn wanneer de temperatuur de conjunctuurbeweging netjes zou volgen. Maar waarom zouden we dit als excuus gebruiken? Het is het ene woord tegenover het andere, en op dit moment kunnen we niet met zekerheid zeggen welk woord het juiste is. Waarom zouden we niet het zekere voor het onzekere nemen en onze eigen maatregelen nemen? Het is niet nodig om te geloven dat de klimaatverandering onnatuurlijk is om in te zien dat het nuttig is om ons afval te scheiden, dat het geen kwaad kan om korter te douchen en dat het ook geen kwaad kan om onze lampen uit te doen wanneer we een kamer verlaten. Deze maatregelen zijn zelfs heel egoïstisch te verantwoorden; het bespaart namelijk geld.
Dus excuses genoeg, maar zeker ook redenen genoeg om deze excuses met de afvalcontainers aan de weg te zetten. Dat kleine deeltje van onze prehistorische voorouders in ons kunnen we vaak gebruiken, maar soms is het beter om toe te kunnen geven dat we in de tegenwoordige tijd leven en dat de mens van nu zich ook op indirecte problemen kan en moet richten.
Datum: 21 augustus 2018